Geboorteplekken doen ertoe!

Geboren in de Belgisch-Limburgse mijnstreek in een mijnwerkersgezin. Brusselaar sinds 1996. Vader van twee Brusselaars.

Sociale milieus, tijdsgewrichten zijn cruciaal. Hier worden de kaarten geschud. Ouder wordend, keren we langzaam terug op onze stappen. Als schildpadden met een rug vol zelfbagage. Tussen die twee momenten in proberen we wat wijzer te worden!

In 2020 – ten tijde van de covid 19 lockdown – schreef ik mijn jeugdherinneringen aan de Limburgse mijnstreek neer. Het is één van de projecten die liggen te wachten in mijn lade.

Bio’s en CV’s worden doorgaans opgesteld in functie van het verwerven van een job of een inkomen. Ze blinken daardoor niet altijd uit door ‘volle’ waarheid of volledigheid.

Ik beschouw mijn leven als één groot probeersel in een web vol ontmoetingen en ervaringen met anderen.

Ik nader mijn zestigste levensjaar al voelt dat zo niet aan. Wie weet ontwaart de lezer in dit alles de rode draad die ik zelf niet echt zie?

DE COMPLEXE STUDIEJAREN

1980-1990

Ik had een bijzonder geëngageerde, leerzame humanioratijd vol hoop op een heerlijke nieuwe wereld in het soldatendorp Leopoldsburg. Ik was in die periode heel actief in allerlei activiteiten die niet echt op het lesprogramma stonden, zoals schrijven voor een schoolkrant. Indertijd vond ik in deze ‘side kicks’ eigenlijk de kernmotivatie om naar school te gaan. Ik ben er een aantal progressieve leerkrachten van destijds heel dankbaar voor.  Zij openden horizonten over het vademecum van lespakketten heen.

Ik probeerde Germaanse filologie aan de KU Leuven. Het werd een mislukking die me heel lang onzeker maakte. Het zwerven, reizen en omwegen maken kon beginnen.

Halfweg de jaren ’80 behaalde ik een diploma van sociaal werker (met een stage binnen de christelijke vakbond) aan het H.I.S.S. te Geel. Donkere tijd waarin ik wel veel gelezen heb. Ontdekking van de heilige Dymphna, patrones van de waanzin.

Men noemt Geel een unicum in de psychiatrie. Euh … zo voelde het ook!

Ik keerde terug naar de KU Leuven en kreeg bijzondere toelating voor de sectie Dramaturgie, waar ik in 1987 een getuigschrift behaalde (met een deugddoende onderscheiding). Tijdens het stagegedeelte van de opleiding deed ik mijn eerste stappen op een podium o.l.v. Paul Peyskens, een Jan Decorte-epigoon en Guy Cassiers die het nogal ver heeft geschopt in de theaterwereld.  Deze studie combineerde ik met het nemen van lessen Spaans en het volgen van vakken aan de alma mater die me interesseerden …als vrij student (literatuur, film, antropologie, …).

‘s Avonds waren er voorstellingen, boeken, films en cafés. Ik volgde in die jaren ook mijn eerste dansstages en o.m. een initiatiereeks tai chi. Het waren de jaren dat de moderne dans heel erg voet aan wal kreeg in België, bijvoorbeeld in Leuven tijdens het Klapstukfestival. Voor mij was het het zoeken naar een fysieke tegenpool voor veel te veel theorie.

Om de boel te financieren, deed ik allerlei studentenjobs. Zo leerde ik veel verschillende mensen kennen, vaak studenten van buitenlandse origine uit alle hoeken van de wereld. Ze hielpen me uit mijn provinciale cocon te breken.

Omdat ik weigerde mijn dienstplicht te vervullen in het Belgisch leger, deed ik een alternatieve legerdienst of burgerdienst met meervoudig visueel gehandicapte volwassenen in het Ganspoelinstituut te Huldenberg. In die periode probeerde de regering dienstweigeraars als ik te straffen of minstens te ontmoedigen door hun keuzevrijheid te beperken en de alternatieve dienstplicht zo lang mogelijk te rekken. Ik koos voor deze plek, niet zozeer omwille van het doelpubliek maar eerder omwille van de afgelegen ligging ergens in de ongerepte velden van de Belgische druivenstreek, dichtbij Tervuren. Het was een bijzondere ervaring die diepe sporen bij me heeft nagelaten. Ergens in mijn dagboeken schreef ik destijds: ‘ik ontdek vormen van intelligentie die ik niet eerder vermoedde’.

Deze periode duurde achttien maanden. Daarna verhuisde ik voor de eerste maal naar Brussel. Ik nam er twee jaar theaterlessen aan De Kleine Academie, een privéschool die acteurs opleidt vanuit een fysieke benadering. Luc Desmet, oprichter van de school, is een adept van de bekende Franse theaterpedagoog Jacques Lecoq. Deze opleiding was voor mij vooral ook een goede scholing in het gebruik van het Frans, een taal die mij – onterecht - nooit echt had aangetrokken.

Ik woonde toen boven een bordeel in de nabijheid van het Brusselse Noordstation, eigenlijk in de schaduw van het oude Théâtre National dat intussen afgebroken werd. Mijn huiseigenaars waren Brusselse Turken die dachten dat ik een verstoteling was. Ze verwenden me regelmatig met warme maaltijden die ik dan tussen hen in nuttigde, gezeten op de grond aan een lage ronde tafel waarbij we het eten prikten uit grote gemeenschappelijke schotels. Hun dochter serveerde me vaak kleine kopjes thee. Op een dag voerden ze me trots mee naar hun moskee. Ik maakte er voor het eerst een islamitische gebedsdienst mee aan het eind van de ramadan. De theaterlessen gingen door in de namiddag. Tien nachten per maand deed ik een shift als nachtwaker in het blindeninstituut om in mijn levensonderhoud te kunnen voorzien. Ik zou er in de volgende jaren nog regelmatig interimjobs aanvaarden als opvoeder.

DE LEZER

Lezing in de reeks ‘Breinbrekers’ voor GC De Pianofabriek over ‘Kalaripayat’

Lezing over het Indische ‘Mahabharata versus het kathakali’ naar aanleiding van een kathakali-voorstelling in Bozar /PSK

Publiekslezingen van teksten van Elvis Peeters voor Monty en voor KLARA.

DE ACTEUR

1990-2000

Ik heb lang gedacht dat ik een acteur was en zelfs een goeie. Dat bleek achteraf gezien toch niet helemaal te kloppen.

Eerste theatercyclus ‘pur et dur’

Mijn eerste theaterexperiment waarvoor ik me liet strikken, was een Shakespearestuk in het Frans: ‘Antoine et Cléopâtre’ (1991). Nooit zoveel kou geleden in een repetitieruimte! Alle acteurs kwamen uit De Kleine Academie. Dat waren allemaal mensen die vonden dat je moest repeteren in een trainingsbroek en op blote voeten zoals op school. Het werd een mega-flop die eindigde met een depressieve regisseur en een sjagrijnige acteursploeg die zich realiseerde dat er geen première inzat na zes maanden koulijden!

‘Cirqonstances’ (1992)

‘Cirqonstances’ (1992) Het volgende experimentele project had een vrouwelijke regisseur: de Brusselse Magda Ral, iemand met een straf levensparcours, ook op vlak van theater. We werkten aan een heel beeldende-fysieke voorstelling die geïnspireerd was op het schilderij ‘De Dulle Griet’ van Pieter Breughel. Het stuk ging in première in het ruim van een rijnaak op het Brusselse kanaal, vlak naast het huidige Kaaitheater. Naast.

De schipper van deze aak was een Brusselse artistieke duizendpoot die ik altijd bewonderd heb voor zijn vrijbuitersallures: Guy De Simpele.

De naam van de toneelgroep van Magda luidde ‘Compagnie Petaar’. In die tijd leek elk artistiek individu in Brussel er wel een eigen gezelschap op na te houden!

Alle gebruikte teksten van ‘Cirqonstances’ waren al improviserend tot stand gekomen. Ze hadden een redelijk expressionistisch gehalte. Er werd zeer mooie electronische live-muziek gespeeld in de voorstelling door Hugo Ral, broer van Magda.

‘Alles aan hem was mooi… (zei ze)’ (1993-1994)

‘Alles aan hem was mooi… (zei ze)’ (1993-1994) was een voorstelling in een regie van actrice/butoh-danseres Pé Vermeersch. Het was weerom een hardcore experimentele voorstelling met veel beweging, gebaseerd op de roman ‘De Schone Slaapsters’ van de Japanse schrijver Yasunari Kawabata. Er staken knipogen in naar de Kama Sutra. Schoonheidsrituelen, opgepikt uit de antropologische literatuur kregen een theatraal jasje.

Deze voorstelling werd opgevoerd in de experimentele ‘hangende’ ruimte ‘Plateau’ in Elsene. Die werd destijds gerund door de Brusselse danseres Ida De Vos en beeldend kunstenaar Trudo Engels. Ook actrice /Japanologe Gretl Van Ourti was van de partij in dit experiment van ‘Vlinderboom en Stinkzwamexperimenten’, de compagnie van Pé Vermeersch.

The Last Supper

In deze periode deden we in de Brusselse Beursschouwburg (oude vorm!) ook een eenmalige performance met engelstalige teksten van de Antwerpse uitgever-miljonair Walter Beckers. Zijn stuk heette ‘The Last Supper’. Alle acteur-personages waren spookapostels, twaalf in getal. Beckers had het stuk geschreven als een conversatie tussen de figuren uit een beeldeninstallatie van zijn vriend, de Antwerps-Poolse beeldende kunstenaar Albert Zsukalski die bekend is geworden met gipsafgietsels van spoken. De bekendste verzameling staat in het Amerikaanse Death Valley.

Salomée Pom Pom Pom (1995)

‘Salomée Pom Pom Pom’ (1995) was een voorstelling in de tweede regie van Peter Van Damme die destijds enig krediet en faam gekregen had in Vlaanderen als theatervernieuwer met het stuk ‘Mac Beth Tralala’.

Met zijn La Comédie Crapule was er voor het eerst de luxe van een co-producent, de Antwerpse Kultuurfaktorij Monty. Deze tweede voorstelling had niet bijster veel succes maar kreeg wel een bescheiden tournee. Ik stond op scène naast o.a. Hanneke Paauwe, de muzikant Jef Mercelis en Bernard Zils, een Duits-Brussels acteur die ik nog kende van De Kleine Academie.

Tirasila

Tijdens een toneelstage bij het Parijse Théâtre du Soleil o.l.v. theaterlegende Ariane Mnouchkine, leerde ik Vital Schraenen kennen. Vital was toen een jonge ambitieuze theatertechnieker die zijn burgerdienst deed bij de Internationale Nieuwe Scène in het Antwerpse Zuiderpershuis. Tien dagen lang droomden we in Parijs na de begeesterende stagesessies ons eigen theater bij elkaar. Met hem werd ik uiteindelijk mede-oprichter van het theatergezelschap Tirasila. Dit gebeurde ergens in 1994, na een stage in Zuid-Indië waar we kennismaakten met een resem Zuidindische theatervormen.

De naam ‘Tirasila’ refereert naar een toneeldoek dat pregnant aanwezig is in al deze sterk rituele theatervormen waarbij zang/muziek/dans/tekst in elkaar overvloeien.

‘Escurial’ (1996)

‘Escurial’ (1996) is toneelwerk van de Brusselse schrijver Michel De Ghelderode in een vertaling en bewerking van Vital Schraenen. De Ghelderode noemde het zelf een farce. In deze voorstelling, regelrecht totaaltheater, stond ik naast het vertolken van één van de hoofdpersonages  ook borg voor een danschoreografie die ik gecopieerd had uit de zuidindische martiale gevechtskunst ‘kalaripayat’.  De première ging door in het magnifieke Antwerpse Zuiderpershuis. Live-percussie en bruitage o.l.v. Philip De Jager.

Cast: Ben Weeber, Pé Vermeersch, Patrice Debry met in het koor: Indirah Osumba, Jacky Sawatsky, Leen Antheunis, Ellen Van den Brande, Dominique Pollet, Peter Maschke. Met prachtige kostuums van Marie Vandewoude en een decor van Vital Schraenen.

Quad

Ergens tussendoor zat ook een experiment genaamd ‘Quad’, een intrigerende ‘wandel-choreografie’ in een vierkant, uitgeschreven door niemand minder dan Samuel Beckett! Het werd opgevoerd in het toenmalige performance-lab bij uitstek: Plateau. Performers waren: Peter Maschke, Yurgen Schoora, Gianfranco Poddighe en mezelf.

‘Ubu Koning’ (1997)

‘’Ubu Koning’ (1997) van Alfred Jarry in een vertaling en bewerking van Vital Schraenen met de acteurs Pé Vermeersch en Ben Weeber. Deze voorstelling tastte de grenzen af van fysiek geweld op een scène. Het publiek zat rond een met houtschaafsel gevulde ‘arena-achtige’ speelbak waarin de acteurs heftig te keer gingen. Knappe live-muziek andermaal van Philip De Jager op marimba. In deze voorstelling stelde ik proefondervindelijk vast dat white spirit ook kan branden zonder dat je er een vlam bijhoudt. En dat lang opgehangen worden aan één voet aan een touw op den duur kan leiden tot rugklachten. Deze voorstelling leverde een mooie tournee op.

K-Bel

In 1998 trok Tirasila een jaar lang naar mijn geboortestreek, de Limburgse Mijnstreek, voor een voorstelling die een eerbetoon was aan bijna een eeuw hard labeur in de ondergrond. Met een grote groep van amateur-spelers en -muzikanten creëerden we een locatietheatervoorstelling op basis van persoonlijke verhalen en improvisaties. K-Bel werd geproduceerd door het plaatselijke Kolenspoorfestival en werd opgevoerd in de monumentale mijnsite van de kolenmijn van Beringen. Het stuk droeg de titel ‘K-Bel of de ballade van een spookmijn’, een losse verwijzing naar een werk van Fernando Arrabal, een Spaans auteur in ballingschap onder de dictatuur van Franco.

De muzikale coaching van dit project gebeurde door Luc Mishalle en Véronique Delmelle (tegenwoordig MET-X)

Deze voorstelling was een waarachtige ‘back to the roots’ ervaring. Ik zou de volgende jaren nog regelmatig op mijn stappen terugkeren in die streek. Bijzonder verrijkend was ook de talrijke aanwezigheid van oud-mijnwerkers en hun families die de gebouwen voor het eerst bezochten in een ‘niet-arbeid’-context.

Mijn vader bracht hier samen met andere oud-collega’s het publiek naar de voorstellingslocatie. Op die manier vond theater uiteindelijk wel een begin van genade binnen mijn familie.

Spoken bij de Dode Man (1998)

was een theatermonoloog, een bloemlezing uit het werk van de toen nog niet zo lang gestorven auteur Heiner Müller, opnieuw in een regie van Peter Van Damme. De voorstelling ging in première in Netwerk Aalst. Er zat een beperkte tournee aan vast. Als acteur met weinig tekstervaring had ik af te rekenen met deze razendknappe, aartsmoeilijk te fraseren teksten. Ik heb ze ingestudeerd tijdens lange wandelingen in Brusselse parken met mijn dochter van nauwelijks enkele maanden op mijn rug gebonden.

2000- 2006

Tweede theatercyclus  ‘Mûr et dur’

Onkel Vania (2001)

Een Oom Wanja-versie van de Britse auteur Howard Barker, onder de vlag van Ensemble Leporello in een gastregie van Vital Schraenen. Onder de uitgebreide cast bevond zich ook Belgisch theater- en filmveteraan François Beuckelaers.

Howard Barker liet in de vakpers zijn theater typeren met de term ‘theatre of catastrophe’. Ik herinner mij van deze al bij al net zo kleinburgerlijke theaterversie als alle opgevoerd werk van Anton Tsjechov vooral dat ik per voorstelling een gitaar onder mijn hak verpletterde. Iets waar ik mij niet meer zo makkelijk toe zou laten lenen. Tot zover het katastrofentheater! Mooie herinnering: een optreden in De Brakke Grond, Vlaamse theaterpoot op Amsterdamse bodem.

KRSK (2002)

was een muziektheatervoorstelling die we creëerden met als inspiratie de verongelukte Russische atoomduikboot Koersk (2000) waarbij alle 118 bemanningsleden het leven lieten. Regie van Vital Schraenen en muzikale composities van Chris Carlier met zeer mooie liedteksten van Elvis Peeters, vertolkt door Helga van Campenhout .

Mede-acteurs/muzikanten: Chris Carlier, Patrick Geeraerts, Koen Monserez, Gordon Wilson, Koen Van Roy.

Memorabelste voorstelling: op locatie bij vriestemperaturen in de legerkazerne van Houthalen-Helchteren! De heetste voorstelling daarentegen ging door tijdens het Oostendse festival Theater aan Zee. Maar dat lag dan weer aan een hittegolf.

'tManneHart'

Rond die periode ontstond ook  'tManneHart, een theatraal mannenkoor, weeral onder impuls en regie van Vital Schraenen. Dit koor was een sidekick van Tirasila. Een unanieme ‘boysband’ van hardogende mannen met een week hart die kon opgetrommeld worden bij de meest diverse gelegenheden zoals seizoensopeners, nieuwjaarsrecepties, festivals … in de meest gevarieerde locaties en omstandigheden. ‘tManneHart bestond uit een groep van acteurs en muzikanten en blonk uit in poëtische, absurd-komische acts. Ik stond er o.a. borg voor een sabeldans-act, opnieuw schatplichtig aan de martiale kunst ‘kalaripayat’ die ik sinds 1993 beoefende. Alle muziek werd gecomponeerd en kwam van talenten als Hans Wellens, Jan Van Outryve, Chris Carlier.

Stage Exit

In 2016 deed ik mijn laatste podiumact in een Tirasila-performance tijdens een Jean Monnet conferentie in de schoot van de Europese Commissie met als titel ‘Global issues in a globalized world’. Regie: Vital Schraenen.

DE DRAMATURG

In 2004-2005 werkte ik een jaar als dramaturg voor een festival rond het mijnpatrimonium in Limburg, het Kolenspoorfestival, tweede editie.

Dit festival had al een eerste editie gekend in de periode waarvoor we ‘K-Bel of de ballade van een spookmijn’ gecreëerd hadden, eigenlijk de voornaamste creatie van dat festival.

Ofschoon deze editie uitliep op een regelrechte fiasco wegens wanbeheer en besluiteloosheid van de organiserende vzw, gecombineerd met een duidelijk voelbare boycott van de Limburgse cultuursector, werden voor mij destijds ook kiemen gezaaid voor later werk.

Zeer sterke herinnering: de herdenking van de mijnwerkersopstand van Zwartberg in 1966 met verscheidene dodelijke slachtoffers als gevolg van het overheidsbesluit om deze plaatselijke steenkoolmijn te sluiten. Ik regisseerde deze ceremonie in de eigenaardige 'mijnkathedraal' van Zwartberg. Ongeveer 150 deelnemers gespreid over vier generaties droegen bij aan de ceremonie met hun muziek, hun tekeningen, door het delen van hun getuigenissen van wat zij veertig jaar geleden hadden gezien en meegemaakt. Een publiek van meer dan 1500 leden woonde de ceremonie bij die live werd gestreamd op een groot scherm. Twee dagen later werd ik zelf ontslagen.

DE AUTEUR

Ik heb altijd graag geschreven, teksten in elkaar geknutseld. Wat ik schreef bleef echter meestal in mijn lade liggen. Op school schreef ik voor de schoolkrant en ik ben een tijdlang redactielid geweest van ZULMA, een literair tijdschrift voor beginnend talent.
Toen ik ‘Baraka!’ regisseerde en vanuit improvisaties en door de acteurs geleverde anekdotes op zoek moest naar uitgeschreven dialogen, ontdekte ik met hoeveel gemak ze uit mijn klavier rolden.
Voor alle latere creaties ben ik met veel genoegen blijven scenario’s en teksten uitschrijven:

Theater

Baraka!
Meulenbeik Forever!
Kaputt!
Crossing!
Cloustory

Scenario, dialogen en voice-overs voor film

Scenario en dialogen van ‘Zeg het met spreuken!’

Voice-over teksten documentaire en co-scenario 'Mamma Irma', docu-film rond Italiaanse migratie in België, gefilmd op de wijk Meulenberg in Houthalen- Helchteren. Regie en productie Remo Perrotti & crew.

De voice-over monologen van het Towerfoolpersonage in de docu-film ‘La Rose Blanche’

Artikels & columns

‘Drie lessen der Armen’ (Brussel Deze Week, 2010)
Qu’ils crèvent les artistes (Festival des libertés, 2013)
Bijdrage publicatie Demos, ‘De boekentip van Kris Kaerts’ 2017
Digitale Weerstand (seizoensbrochure CC De Ploter, 2021)
Regelmatige posts op eigen FB-pagina

Boekpublicatie

‘La Rose Blanche’ © 2019 Skribis – publicatie in drie talen samen met Poli Roumeliotis

DE GEVECHTSKUNSTENAAR

Tijdens een stage over Zuidindische theaterkunsten (1993) leerde ik de zuidindische gevechtskunst ‘kalaripayat’ kennen.

Deze lichaamskunst kent een duizenden jaren oude traditie en heeft sporen nagelaten in de meeste Zuidindische (dans)theatergenres.

Wat mij er destijds in aantrok was de onderliggende bewegingstaal die geïnspireerd is op dieren en vervolgens de uiterst dansante schijngevechten. Later ben ik me ook beginnen bekwamen in de bijhorende wapengevechten.

Samen met Indirah Osumba stichtte ik een Belgisch/Europese branche van de school in Kerala waar we onze leermeesters hadden: Vallabhata Kalari Sangham

Ik heb deze weg bijna twintig jaar bewandeld: over en weer reizen naar Indië, stages organiseren voor onze Indische leermeesters in België en in Europa, initiaties en animaties geven overal te lande.

Omdat we vaak gevraagd werden voor het geven van demonstraties, ontwikkelde ik gaandeweg een aan de wetten van het podium aangepaste formule: de zogenaamde wapenconcerten’. Hierbij deden we meestal beroep deden op minimaal een percussionist. Geregeld betrokken we ook andere muzikanten.

Deze ‘wapenconcerten’ hadden ook een ‘vurige pendant’, namelijk choreografieën met wapenstokken en met kettingen waaraan vuur vastzat.

Een aantal dansopleidingen deden destijds geregegeld beroep op mij voor initiaties of het geven van trainingen: Ultima Vez, de danscompagnie van Wim Vandekeybus bijvoorbeeld,  danscompagnie Francine De Veylder of het HID (Hoger Instituut voor de Dans, toen gevestigd in Lier waar ook dansautoriteit Katie Verstockt meer dan een voet aan huis had).

Mooiste herinnering: een wapenconcert + stage in het ABC theater in Praag met percussionist Geert Van Impe, vaste muzikant aan het HID.

DE DECORONTWERPER

Lang geleden al assisteerde ik voormalig danser en decorbouwer Peter Maschke bij de decorbouw in Tirasila-creaties en andere. Peter gaf me de ‘gusto’ om de fysieke omgeving te creëren waarin een stuk kan worden gespeeld.
Voor al mijn regies bedenk ik de decors. Ik ben er meestal ook (mede)uitvoerder van.
Ik kies voor eerlijke, robuuste materialen waarbij de kringloopgedachte of recuperatie ook een belangrijk gegeven is.
In 2017 ontwierp ik het decor voor de voorstelling ‘Colibri’, een productie van Luiz Marquez van Mezcal vzw.

DE ORGANISATOR

Vanuit Tirasila organiseerden we geregeld stages in diverse disciplines. Hierbij mikten we altijd op dansers/acteurs/performers die niet-westerse methoden/expertise zochten om hun lichaamstaal verder te ontwikkelen. Hiervoor werden telkens de nodige experts ingeschakeld. Het was destijds onze bedoeling een tegengewicht te bieden aan het zogenaamde ‘talking head’ theater dat zeer en vogue en oppermachtig was in de kunstensector.

Meer bepaald kwamen aan bod: het zuidindisch danstheater ‘kathakali’ en kalaripayat.

We organiseerden ook verscheidene stages Biomechanica in de traditie van Meyerhold, grote ‘opponent’ van ‘talking head’ Stanislavski. Hiervoor lieten we de Rus Gennadi Bogdanov overkomen. U begrijpt dat de val van de muur op dat vlak één en ander had vergemakkelijkt…

DE FILMMAKER

Kortfilm 'Zeg het met spreuken!' (2013)

Regie en scenario van een kortfilm ter gelegenheid van een Foyer- colloquium over twintig jaar interculturele bemiddeling en dit rondom spreekwoorden en uitdrukkingen in diverse talen en culturen. (23min)

Docu-film ‘La Rose Blanche’ (2019)

(©2019 - 75 min)
Over het laatste populaire Griekse volkscafé in Molenbeek. Deze film gaat niet alleen over het zeer aangrijpende familie-migratieverhaal van de eigenaars van het laatste volkse Griekse café in Molenbeek. Hij gaat ook over het hele participatie- en erfgoedproject dat Poli Roumeliotis en ikzelf rond dit café opzetten, zoals beschreven onder 'projecten'.

Montage : Wilbur Lemson
Productie: Polynikis vzw
Scenario: Poli Roumeliotis/ Wilbur Lemson/ Kris Kaerts
Ondertitels: NL/FR & ENG/GR

DE REGISSEUR

2004-2005

The Last Post

In januari 2005 organiseerde ik voor het Kolenspoorfestival drie weken lang, dagelijks, een performance-ritueel op het ‘deksel’ van de verdwenen koolmijn van Zwartberg. Bij iedere zonsondergang blies een trompettist er, net zoals aan de Menense poort in Ieper, ‘The Last Post’ in aanwezigheid van een oud-mijnwerker in vol ornaat die zijn mijnwerkerslamp aan-en uitdraaide.
Dit ritueel was voor mij vooral bedoeld als voorbereiding naar de eigenlijke blikvanger: de theatrale, multidisciplinaire herdenking van de doden van de mijnsluiting van Zwartberg (1966) op locatie in de mijnkathedraal van Zwartberg.

Ik regisseerde er 150 deelnemers (schoolkinderen, koren, muzikanten, technici) over vier generaties. Die deden allemaal voor de viering een bijdrage in woord, beeld, muziek, zang. Meer dan 1500 mensen bezochten het event. Ook de populaire zanger Rocco Granata met roots in de streek nam deel, overigens volledig gratis. Hij vertolkte er een lied uit de CD Mineworks van het duo Godfried Stockmans/Remo Perrotti, zonder twijfel het meest beklijvende resultaat van het hele festival en een erg sterke muzikale interpretatieve van leven en werk onder de grond in een koolmijn.

De kick die dit alles creëerde ben ik blijven opzoeken: het uitdenken van een gelaagd concept, het schrijven van een scenario, het zoeken en coachen van de uitvoerders (professionelen en niet-professionelen), de technische medewerkers, het selecteren van de materialen, de communicatiestrategie uitdokteren … om vervolgens al die lagen samen te brengen in een gesammtkunstwerk dat door een heel divers publiek kan gesmaakt worden. Het bleek een kolfje te zijn dat zeer goed paste in mijn hand.
Vanaf deze viering wist ik dat ik veel meer te vertellen had met de blik gericht naar de spelers op het podium, dan wel als acteur kijkend naar de zaal. Dat is op één ampele uitzondering na zo gebleven.

2007-2008

Baraka!

Dossierschrijven, de artistieke leiding op me nemen evenals instaan voor scenario, regie, decor van 'Baraka!', een multidisciplinaire theaterproductie rondom de eerste 'voorlopige' verblijven van de eerste migranten en ex- krijgsgevangenen rond de Limburgse Mijnen in de jaren ’40 - '50 - '60 - '70 - ‘80.
Met diepte-interviews met ex-barakkenbewoners als inspiratiebasis en als dramaturgische draad. Dit gebeurde in opdracht van Erfgoedcel Mijn Erfgoed.
Het werd mijn eerste participatieproject voor CC Casino Houthalen-Helchteren. Werk van lange adem met 20 acteurs en een hond en deelnemers over 4 generaties. Grote pluswaarde achteraf: een interview met een ex-Russisch krijgsgevangene én een ex-Duits krijgsgevangene.
Eerste samenwerking met Remo Perrotti verantwoordelijk voor het filmen en monteren van de interviews en het visuele luik van de voorstelling.
(zie projecten)

2009

Meulenbeik Forever!

Tekst, scenario, regie, decor van 'Meulenbeik Forever!', een 'komedie met fond' theatervoorstelling op basis van improvisaties met Molenbeekse acteurs van Marokkaanse origine ter gelegenheid van 40 jaar Integratiewerk Foyer in Molenbeek.
Opvoeringen en heropvoeringen in het Huis van Culturen en Sociale Samenhang te Molenbeek en Zinnema.

2009-2010

Kaputt!

Dossier, artistieke leiding, tekst, scenario, regie 'Kaputt!'
Kaputt! was een langdurig participatieproject in opdracht van vzw Hobo en GC De Markten met thuislozen en zielsverwanten.
Presentatie op locatie in de Begijnhofkerk met assistentie van de techniekersopleiding uit GC De Pianofabriek en talloze vrijwilligers. Script op basis van verhalen en improvisaties van de deelnemers.
(zie projecten)

2011-2012

Crossing

Dossier, artistieke leiding, scenario, regie 'Crossing'.
Participatieproject over twee schooljaren met hoofdzakelijk Roma-jongeren van Roemeense origine uit Vormingscentrum Foyer.
Presentatie van een theatertriptiek in de Begijnhofkerk. Voorstelling met meer dan 200 acteurs- vrijwilligers, waaronder techniekers uit opleiding Pianofabriek en stagiairs beveiligingstechnieken uit een school in Geraardsbergen.

Grote pluswaarde van dit project:
de aanwezigheidsstatistieken van deze beroepsbrossers tijdens het project.
(zie projecten)

2013

'I Book You'

Opdracht van Muntpunt i.h.k.v. Passaportafestival
Concept, uitwerking en presentatie van een alternatief literair salon met fragmenten wereldliteratuur door Brusselaars vertaald en gebracht in 100 in Brussel gesproken talen.
Mij werd gevraagd een evenement te creëren op basis van een 'Top 100' van meesterwerken uit de wereldliteratuur... volgens de lezers van de Britse krant 'The Guardian'!
Ik besloot deze totaal etnocentrische en eurocentrische lijst als zodanig te respecteren, maar het gegeven als volgt te benaderen:

Honderd fragmenten uit deze 'best of' werden voorgelezen in honderd verschillende moedertalen die in Brussel gesproken worden.
De fragmenten werden eerst vertaald door de moedertaalsprekers in hun eigen gemeenschap.
Dit event zou aanvankelijk doorgaan in de gloednieuw gerenoveerde Brusselse Nederlandstalige hoofdbibliotheek MUNTPUNT. Gezien het gebouw nog niet klaar was, werd er uitgeweken naar het vlakbijgelegen (poepsjieke) Dominican Hotel. Dit gaf pas echt een salon! De voorleessessies werden regelmatig onderbroken door muzikale interventies van Roma-muzikanten o.l.v. Nicolas Hauzeur en door korte interviews, afgenomen door uw dienaar die de presentatie deed.
Nicolas ontpopte zich als een expert in het "balkaniseren" van populaire liedjes uit de hitparade, door ze speciaal voor deze gelegenheid een "gipsy" arrangement te geven. Het was erg leuk om dit te doen.

Te Gek

Coaching muziekband ‘The Rolling Dices’ , een muziekgroep ontstaan binnen een dagcentrum voor psychisch kwetsbare mensen (vzw Den Teirling) in het kader van een optreden op ‘Te Gek’ in Leuven.

2014

'Kastelli'

Artistieke leiding en regie van een participatieproject rond het bouwen van menselijke kastelen op zijn Catalaans in de openbare ruimte i.s.m. Jonas Mertens en Marta Meix. Met afsluiter tijdens het Parckdesignfestival op Tour&Taxis.
Een project in opdracht van Samenlevingsopbouw Brussel i.s.m. Integratiewerk Foyer. Dit waanzinnig potentiële project werd niet voltooid als voorzien door de ongelooflijke kortzichtigheid en corporatistische reflexen van deze twee voornoemde organisaties.

2016-2020

‘La Rose Blanche’

Een multi-disciplinair participatieproject met migratie- en erfgoedinsteek rond het laatste Griekse volkscafé in Molenbeek met volgende ingrediënten:
(telkens in co-artistieke leiding met Poli Roumeliotis/vzw Polynikis )

- een docu- film
- een boekpublicatie in NL/FR/GR
- een schimmentheatervoorstelling (Karagkiozis-traditie)
- een foto-expo ‘Grieken in Molenbeek’
- rembetikoconcerten
- een lichtinstallatie ‘ICONS’ in de voormalige sigarettenfabriek St.- Michel
- een Amicale met thematische erfgoedinterventies
- een dansluik i.s.m. met de Grieks-Pontische vereniging ‘Kamian K’En Argos’

(zie projecten)

2021 - …

‘Putschfrau’: podcast rond het erfgoedgegeven van de ‘Chambres de Bonnes’
(work in progress)

 ‘Griekse Vaarwateren’: voortraject rond een project over Griekse zeelui en Griekse aanwezigheid in Antwerpen i.s.m. Poli Roumeliotis / vzw Polynikis
(work in progress)

DE INTERVIEWER

Interviews zijn een perfecte bron van inspiratie. Ze helpen bij het creëren van drama, dialogen, film, tekst. Ze helpen om een onderwerp uit te diepen en erover na te denken. Ik ben vooral geïnteresseerd in het interviewen van de 'niet-gedocumenteerden': mensen die weinig historische bronnen of archieven nalaten. Deze interviews onderstrepen de waarde van oral history.

2008

Serie diepte-interviews over het Limburgse mijnbarakkenverleden i.o. v. Erfgoeddel Mijn Erfgoed met ex-barakkenbewoners.

2009

Interviews en transcripties voor het boek 'Grieken in Limburg' van Maria Dermitzaki.

2016

Interviews van Pavlos en Kostas Karassavidis, cafébazen van La Rose Blanche, ten behoeve van de gelijknamige documentaire.

DE CURATOR

2006

In 2006 werd ik door de organisatie Danspunt vzw gevraagd om curator te zijn voor de jaarlijke dansdag in Genk. Dit is een evenement waar de amateurdans in Vlaanderen in al haar gelaagdheden, geuren en kleuren op de kaart wordt gezet.
Het was erg leuk om meer te weten te komen over deze duizenden gepassioneerden die hun leven wijden aan muziek en dans en ze allemaal samen te brengen in een grote happening.

2011

Coördinatie en eindredactie van 'Brussel in dialoog' voor Foyer, editie 2011.

DE INITIATOR

1994-2020

Mede-oprichter van Tirasila, een Brussels experimenteel theatergezelschap met focus op beweging, live muzikale begeleiding en gestileerd acteren. Voor dit doel creëerden we ook (en met onze eigen handen) onze eigen repetitieruimte.

1994-2009

Mede-oprichter van Vallabhatta Kalaripayat, een Brusselse tak van het martial art instituut Vallabhatta Kalari Sangham in Kerala (Zuid-Indië). In deze school (lange tijd uniek in Europa) organiseerden we wekelijkse trainingen, workshops en repetities voor onze 'wapenconcerten'.

2009 - 2016

Co-oprichter van PLOEF! Plus On Est de Fous... een experimentele ruimte in Jette rond ontmoeting en het vermengen van diverse publieken, samen met Indirah Osumba in Jette.
Een plek waar het artistieke zonder veel pretenties steevast op het menu staat en vaak 'en stoemelings' wordt geserveerd.
Werk als vrijwilliger en als free-lancer voor techniek, bar, presentatie en communicatie.

2011-2014

Ik werd bestuurslid van de vereniging Jorsala, een initiatief om de dialoog in de wereld te bevorderen. In 2014 organiseerde Jorsala een wandeling van Oostende naar Istanbul.
2017

Oprichting van mijn eigen vereniging KEYKOP!
Het is een noodzakelijk instrument en structuur om projecten te lanceren,
om ideeën te kunnen initiëren die ik helemaal zelf of met behulp van de juiste partner(s) realiseer.

DE ORGANISATOR

2009

Co-oprichter van PLOEF! Plus On Est de Fous... een experimentele ruimte in Jette rond ontmoeting en vermengen van diverse publieken met Indirah Osumba in Jette. Een plek waar het artistieke zonder veel pretenties steevast op het menu staat en vaak 'en stoemelings' wordt geserveerd. Werk als vrijwilliger en als free-lancer voor techniek, bar, presentatie en communicatie.

2011

Coördinatie en eindredactie 'Dag van de Dialoog' voor Foyer editie 2011.

DE REIZIGER

Als humaniorastudent maakte ik schoolreizen naar Parijs, Londen en zelfs naar de URSS in volle koude oorlog.

Ik vertrok ook op uitwisseling naar de US.

Vlak na mijn theateropleiding reisde ik zes maanden in het Zuid-Amerikaanse continent waar ik mij uitsluitend in het Spaans uit de slag trok.

Na mijn eerste studiereis naar Indië in het jaar 1993 ben ik er nog vele malen teruggekeerd om te reizen, om lessen kalaripayat te volgen en uiteraard voorstellingen te bekijken tijdens de festivalperiode, met name de vele (dans)theatergenres en rituelen die het zuiden van het Indische subcontinent (Kerala) rijk is: kathakali – kudiyattam – pavakathakali – krishnattam – theyyam – mohini attam, melams, nagarituals …

Tegenwoordig vind je me geregeld in Griekenland en lijkt de continentendrift wat afgenomen te zijn. Ik geef toe dat overwegingen in verband met mijn ecologische voetafdruk daar ook een rol in spelen.

DE VERTALER

Ik functioneer goed in een meertalige omgeving.
Nederlands is mijn moedertaal. Frans en Engels zijn talen waarin ik mij vloeiend kan uitdrukken, zowel mondeling als schriftelijk.
Ik kan me nog altijd redelijk behelpen in het Spaans en in mindere mate in het Duits.

Vertalingen / boven- en ondertitelingen

Ik vertaal graag van het Frans of het Engels naar het Nederlands. Ik schreef voor theater en films meermaals dialogen in het Frans, een taal die niet mijn eerste taal is. Het gaf me telkens een bijzonder plezier in latere instantie die teksten terug naar het Nederlands te vertalen ten behoeve van de boventitelingen (theater) en ondertitelingen (screenings).
Ik vertaalde ook het boek ‘Een binnenweg naar Istanbul’ (© 2014 Sebastien De Fooz, Lannoo).
Ik beleef hier telkens een bijzonder plezier aan. Ik vind vertalen creatief ook al vertaal ik minutieus en met respect voor de brontekst.
Sinds covid-19 krijg ik geregeld vraag van organisaties in Brussel kortere teksten te vertalen van het Frans naar het Nederlands.
In 2014-2015 deed ik de vertalingen en boventitelingen voor twee toneelstukken van Broccoli- théâtre: 'Sucre, Venin et Fleurs d'Orangers' + 'La civilisation ma Mère'. (met o.a. Ben Hamidou, regie Gennaro Pitisci)
Die boventitelingen doe ik bovendien ook graag live in een theater.
In 2007 deed ik het voor de voorstelling Carmen in de stadsschouwburg in Leuven.
In 2010 deed ik het voor de voorstelling ‘Voyage’ van La Fabrique Imaginaire in het Brusselse Théâtre Varia.

DE ARBEIDER

Ik kom uit de arbeidersklasse. Ik ben van kindsaf omringd geweest met mensen die dingen maakten of herstelden met hun handen.
Ik heb mijn hele leven op tijd en stond mijn toevlucht gezocht tot fysieke arbeid: in tijdelijke jobs om geld te verdienen, decors helpen maken, hun montage en demontage, als loader-sorter op de luchthaven, als verbouwer, als tuinier of gewoon om het eender welke lichaamsarbeid om mezelf in balans te brengen.
Het zit er nu eenmaal in! Het is waar ik vandaan kom. Niks moeilijker dan te ontsnappen aan de eigen genen.

Scroll naar boven